“ER ZIJN GRENZEN AAN DE CAPACITEIT OM MANTELZORG TE GEVEN.”

Dubbelinterview met prof.dr.ir. Alice de Boer, SCP en VU, en prof.dr. Marjolein Broese van Groenou, VU.

“ER ZIJN GRENZEN AAN DE CAPACITEIT OM MANTELZORG TE GEVEN.”
10–06–2016

Met de beleidskeuze om zorg dichterbij de burger te organiseren is het beroep dat wij doen op de informele hulpverleners in Nederland aanzienlijk toegenomen. In deze uitgave van VOZ Magazine laten wij zien dat de wil van mantelzorgers er duidelijk is om hulp te geven, maar betekent dit ook dat zij de toegenomen druk maar zelf moeten oplossen? Prof.dr.ir. Alice de Boer en prof.dr. Marjolein Broese van Groenou delen met ons de belangrijke vraagstukken, als wij in Nederland deze bijzondere groep mensen gezond willen houden bij hun drive om informele zorg te verlenen aan een dierbare.

Door: Jan-Peter Jansen van Galen

INFORMELE ZORG, WAT IS DAT NU PRECIES?

Kunt u, elk vanuit eigen perspectief, aangeven wat de definitie van ‘informele zorg’ exact omvat?

Prof.dr.ir. De Boer: “Onze definitie zal denk ik niet wezenlijk verschillen. Informele zorg gaat om alle hulp die mensen met uiteenlopende gezondheidsproblemen geven of ontvangen in een sociale relatie. Vaak gaat het om een mantelzorger, iemand uit de directe sociale omgeving die hulp geeft. Een partner, kind, familielid, vriend of buur. Het gaat om een grote variatie aan zorgsituaties, zoals hulp aan mensen met een lichamelijke, psychische of een verstandelijke beperking. Hulp is ruim opgevat. We tellen niet alleen huishoudelijke hulp mee, maar ook emotionele begeleiding of meegaan naar afspraken met de arts. Het SCP heeft recent becijferd dat ruim vier miljoen mensen in Nederland een vorm van mantelzorg geven. Heel veel mensen zijn dus actief op dit terrein”.

U moet ingelogd zijn om het gehele artikel te kunnen lezen.

Alliantie Nederland Rookvrij!
Oude Gracht Groep
IKA Ned
Stichting Kwalificatie & Curriculum Autoriteit
VERA Health and Education
De Rookvrije Generatie