In de keuze van uw thema geeft u aan dat het Nederlandse zorgsysteem en de daarbinnen werkende zorginstellingen een impliciete transformatie doormaken, van een professionele organisatie naar een hybride organisatie. Kunt u aangeven in welke opzichten beide typeringen wat u betreft van elkaar verschillen?
Buwalda: “Laat ik voor de toelichting eerst even stil staan bij het karakter van de professionele organisatie. Deze organisatie is er een waar voor het grootste deel professionals werken, vaak met een HBO of wetenschappelijk onderwijs achtergrond. Die organisaties kennen een zogenoemde ‘professionele bureaucratie’. Professionals maken in hoge mate de dienst uit en werken direct met de patiënten. De individuele mens is de norm. De afstemming tussen deze professionals, de normen en waarden komen van standaarden die deze professionals buiten de organisatie hebben geleerd: tijdens de studie, door betrokkenheid bij beroepsverenigingen zoals de LHV en KNMG en door het bijhouden van de wetenschappelijke literatuur en het bijwonen van congressen. Het bestuur van een dergelijke organisatie heeft dus relatief weinig invloed op hoe er gewerkt wordt en wat er in de standaarden staat. Veranderingen in werkwijzen en innovaties in het primair proces verlopen via deze professionele bureaucratie. De eerstelijns gezondheidszorg werkt als professionele zorgverlener ook zo. Professionals kennen strikte opleidingseisen, strakke regels over bij- en nascholing, een tuchtrechtspraak, een registratiesysteem et cetera. Daar zit ook een zeker conservatisme”.
Buwalda vervolgt met de typering van de hybride organisatievorm: “Een hybride organisatie is daarentegen een publieke instelling die ook op de markt actief is. Het zijn organisaties die de verschillende kenmerken, waardesystemen en handelingslogica’s uit de verschillende sectoren met elkaar verbinden. Dus zorginstellingen, zoals gezondheidscentra, met een professionele bureaucratie, moeten gaan ondernemen in een markt met enerzijds zorgverzekeraars en anderzijds burgers als klant en afnemer. Ze krijgen door de politiek en de markt opgelegde opdrachten en nieuwe taken. Deze taken komen echter niet voort uit discussies onder professionals in de beroepsverenigingen en teams. Dit gegeven leidt dus onherroepelijk tot spanningen in organisaties”.
U moet ingelogd zijn om het gehele artikel te kunnen lezen.