Nederlanders houden van de wijk waarin zij wonen. Dat was vorig jaar af te lezen van de Nationale Zorgbarometer van VGZ. De barometer meet ons gezamenlijk oordeel over de zorg en zorgverleners op basis van een aantal vaste thema’s. Ruim driekwart van de Nederlanders zegt zich thuis te voelen in de wijk waarin zij wonen. De helft voelt zich ook echt betrokken bij zijn of haar wijk. Vier op de tien Nederlanders ervaren in de wijk waar zij wonen een sterke onderlinge saamhorigheid en ongeveer de helft draagt hier graag zelf aan bij. Vooral vijftigplussers dragen graag zelf een steentje bij als het gaat om de onderlinge saamhorigheid in de wijk.
De Nationale Zorgbarometer liet ook zien dat er in toenemende mate behoefte is aan zorg dichtbij huis. Tweederde van de Nederlanders zou het prettig vinden als er een wijkverpleegkundige thuis zou komen om de communicatie met de verschillende zorgverleners te organiseren, zodat zij goed zijn geïnformeerd en op elkaar zijn afgestemd. Als Nederlanders wordt gevraagd naar de rol van wijkverpleegkundigen, denken zij vooral aan het signaleren of de situatie naar wens verloopt, medicijnen toedienen, verbanden aanleggen en het inschakelen van andere instellingen.
Maar een wijkverpleegkundige kan meer dan dat. Tegelijkertijd zien we dat een vraag om hulp ook vaak meer inhoudt dan de klassieke taken van een wijkverpleegkundige. In onze visie is de wijkverpleegkundige de spil van een wijkteam en van wijknetwerken; een initiatief van Coöperatie VGZ.
U moet ingelogd zijn om het gehele artikel te kunnen lezen.