Afschaling van de zorg, de wens is nog steeds de vader van de gedachte
Zeker vanaf 2006, sinds de invoering van de DBC systematiek in de ziekenhuiszorg, is het volume aan zorg afgemeten aan de hoeveelheid geld die wordt besteed, sterker toegenomen in de specialistische zorg (tweede lijn) dan in de generalistische zorg (eerste lijn). In vergelijking met de zelfzorg is deze groei relatief nog veel sterker in de tweede lijn. Het dilemma is dus een conceptuele en ideologische wens om minder zorg in de specialistische setting uit te voeren en een empirische realiteit die het tegenovergestelde laat zien.
De oproep tot meer versterking eerste lijn vraagt om organisatieontwikkeling in de eerste lijn. Dat is waar de overheid en zorgverzekeraars zich reeds zeer lange tijd voor inzetten. Althans in woord, maar nog onvoldoende in daad. Het huidige beleid van de overheid laat nog altijd een volume groei van 2% in de specialistische zorg zien, terwijl we geen groei in de generalistische zorg zien. Sterker nog, de huidige ontwikkelingen in de farmacie, fysiotherapie, diƫtetiek, verpleging en verzorging tonen dat deze sectoren krimpen in de omzetten. De zorgverzekeraars hebben ook geen eenduidig beleid geformuleerd op welke wijze de eerstelijnsgezondheidszorg verder versterkt moet worden. Achmea doet het bijvoorbeeld anders dan Menzis en die doen het weer anders dan CZ. Voor eerstelijnsorganisaties is dat een te onzekere basis, om echt het risico van een eigenzinnige koers te nemen. De afhankelijkheid van de financiers van de zorg, als uitvoerders van het overheidsbeleid, is te groot. Ondernemingszin wordt zo afgeremd en in veel gevallen ook onbedoeld gestraft.
U moet ingelogd zijn om het hele artikel te kunnen lezen in het laatst verschenen VOZ magazine.