VOZ Magazine geeft aan dat, bij het veldonderzoek voor deze uitgave van gasthoofdredacteur Jolanda Buwalda, duidelijk is geworden hoezeer de meningen uiteen lopen over hoe de huisartsenzorg er uit moet gaan zien. We zien een duidelijke scheiding tussen mensen die de huisarts vooral willen door ontwikkelen naar de functionaris die vanuit de eigen praktijk kleine verrichtingen kan doen, en de mensen die juist de coachende, generalistische benadering willen koesteren.
SUPER SPECIALISATIE IN DE EERSTE LIJN MOETEN WE ABSOLUUT NIET WILLEN
Wolbert: “Ik denk dat het beeld van de generalistische huisarts een reactie is, de roep om niet verder te specialiseren. We kunnen nu wel constateren dat de verregaande specialisatie en fragmentatie van de zorgwerkzaamheden de afgelopen 15 jaar het hoogtepunt heeft bereikt. Dan moeten we denken aan super specialisaties van zorgfuncties, waardoor er niet één maar soms wel zeven verschillende hulpverleners bij een gezin komen. Dat is ons slecht bevallen”.
Wolbert vervolgt: “Dat is ook reden geweest om de jeugdzorg over te hevelen naar de gemeenten. Superspecialisatie in de eerste lijn moeten we absoluut niet willen. Zelfs in de tweede lijn kun je je afvragen of we daar niet aan het doorschieten zijn. We hebben generalisten nodig, mensen die iets constateren en meteen iets zelf kunnen doen. We moeten af van de enorme verwijsstructuur en -cultuur. Mijn streven is dat we straks vanuit de decentralisaties mooie wijkteams hebben staan in Nederland, die dichtbij de mensen hun werk doen en herkenbaar zijn. Het gaat om kennen en gekend worden”.
U moet ingelogd zijn om het gehele artikel te kunnen lezen.